Wednesday, March 21, 2007

Father Fritz gaat hen missen


Het was september 2005, en ik was net verhuisd naar mijn huidige kamer. Ons kot was meteen een gezellige boel, en toen Flore erbij kwam verbeterde dat nog. Een Frans meisje dat hier kwam studeren en werken, en mijn oude kelderkamer transformeerde tot een hippie-mesthoop zonder gelijke. Het maakte niet uit, we waren allemaal smeerpoezen. Maar Flore had nog een idee.

Fier als een gieter kwam ze er mee thuis. Drie baby-waterschildpadjes in een loeier van een aquarium. De beestjes waren amper vijf centimeter lang, en zo schattig dat het bijna pijn deed aan de ogen. Vol trots paradeerde ze iedereen langs het aquarium waarin de drie naamloze beestjes wild tegen de stroming van hun waterpomp in peddelden. We waren allemaal meteen verkocht. Na een tijdje kwam ook Naga de straatkat erbij, en samen met mijn goudvissen-clan hadden we een hele beestenboel in ons huis.

In Februari 2006 vertrok Flore. Verhuizen, naar een beter appartement. Naga en de schildpadjes bleven achter bij ons. Ze zou ze een week later komen halen. Die week werden er twee, drie, een maand, twee, drie... De schildpadjes verhuisden van de keldergang naar mijn kamer. Toen Naga weer een krolse bui had werd het teveel voor Michael, die Flore opbelde met de eis dat ze de spartelende en jankende kat meteen zou komen halen. Dat deed ze, maar de schildpadden bleven staan waar ze stonden.

Ik werd verliefd op de agressieve eigenzinnige beestjes. Elke ochtend als mijn wekker ging werd ik begroet met wild geplons van mijn drie koudbloedige kotgenootjes, die spartelend tegen het glas wachtten tot ik hen een lading garnalen toewierp. Ze genoten van hun hittelamp, vochten om het beste plaatsje, kropen rond op mijn bureau terwijl ik werkte, en waren altijd nieuwsgierig naar wat ik bezig was. Vaak draaide ik me rond op mijn bureaustoel om te ontdekken dat ze met z'n drieën mij zaten te observeren. Ze groeiden aan een ijltempo, zodanig dat het even leek dat ik een nieuw aquarium zou moeten aanschaffen. Echter, toen ze elk zo'n tien centimeter hadden bereikt, leek het hen wel welletjes, en stopte hun groeispurt. Later hoorde ik dat, net als goudvissen, ook schildpadden zich qua grootte aanpassen aan hun omgeving.

Ik vergat Flore, de oorspronkelijke eigenares van mijn nieuwe partners in crime. Ik had geen zin haar te bellen, ik vond dat als ze haar beestjes terug wilde, ze ze maar moest komen ophalen. Ik nam mezelf voor dat, zodra ze kwam, ze hen terug kreeg zonder klagen. Zij had ze immers gekocht. Ik geloofde voor geen moment dat ik haar ooit nog terug zou zien, en elke dag die voorbijging sterkte mij daarin. De schildpadjes leken het ook best te vinden.

Vandaag, meer dan een jaar verder, stond Flore voor de deur. Ze kwam een koelkast ophalen die ze hier had achtergelaten, en kwam ineens naar mijn kamer om haar dieren mee te pikken. Een hele tijd stond ze verrukt te kijken naar hoe 'haar' schildpadjes gegroeid waren, naar hoe ze spartelden wanneer ze hen oppakte. Ik maakte het aquarium leeg, zocht een doos voor de diertjes, en deed mijn best ze niet meer te bekijken.

Flore, koelkast, en mijn schildpadjes reden weg. Ik bleef achter met vijftien euro voor de moeite, en een hart in duizend stukken.