Thursday, May 17, 2007

Bachelorproef... de laatste loodjes

En al een paar screenshots voor jullie. Enjoy!






Wednesday, March 21, 2007

Father Fritz gaat hen missen


Het was september 2005, en ik was net verhuisd naar mijn huidige kamer. Ons kot was meteen een gezellige boel, en toen Flore erbij kwam verbeterde dat nog. Een Frans meisje dat hier kwam studeren en werken, en mijn oude kelderkamer transformeerde tot een hippie-mesthoop zonder gelijke. Het maakte niet uit, we waren allemaal smeerpoezen. Maar Flore had nog een idee.

Fier als een gieter kwam ze er mee thuis. Drie baby-waterschildpadjes in een loeier van een aquarium. De beestjes waren amper vijf centimeter lang, en zo schattig dat het bijna pijn deed aan de ogen. Vol trots paradeerde ze iedereen langs het aquarium waarin de drie naamloze beestjes wild tegen de stroming van hun waterpomp in peddelden. We waren allemaal meteen verkocht. Na een tijdje kwam ook Naga de straatkat erbij, en samen met mijn goudvissen-clan hadden we een hele beestenboel in ons huis.

In Februari 2006 vertrok Flore. Verhuizen, naar een beter appartement. Naga en de schildpadjes bleven achter bij ons. Ze zou ze een week later komen halen. Die week werden er twee, drie, een maand, twee, drie... De schildpadjes verhuisden van de keldergang naar mijn kamer. Toen Naga weer een krolse bui had werd het teveel voor Michael, die Flore opbelde met de eis dat ze de spartelende en jankende kat meteen zou komen halen. Dat deed ze, maar de schildpadden bleven staan waar ze stonden.

Ik werd verliefd op de agressieve eigenzinnige beestjes. Elke ochtend als mijn wekker ging werd ik begroet met wild geplons van mijn drie koudbloedige kotgenootjes, die spartelend tegen het glas wachtten tot ik hen een lading garnalen toewierp. Ze genoten van hun hittelamp, vochten om het beste plaatsje, kropen rond op mijn bureau terwijl ik werkte, en waren altijd nieuwsgierig naar wat ik bezig was. Vaak draaide ik me rond op mijn bureaustoel om te ontdekken dat ze met z'n drieën mij zaten te observeren. Ze groeiden aan een ijltempo, zodanig dat het even leek dat ik een nieuw aquarium zou moeten aanschaffen. Echter, toen ze elk zo'n tien centimeter hadden bereikt, leek het hen wel welletjes, en stopte hun groeispurt. Later hoorde ik dat, net als goudvissen, ook schildpadden zich qua grootte aanpassen aan hun omgeving.

Ik vergat Flore, de oorspronkelijke eigenares van mijn nieuwe partners in crime. Ik had geen zin haar te bellen, ik vond dat als ze haar beestjes terug wilde, ze ze maar moest komen ophalen. Ik nam mezelf voor dat, zodra ze kwam, ze hen terug kreeg zonder klagen. Zij had ze immers gekocht. Ik geloofde voor geen moment dat ik haar ooit nog terug zou zien, en elke dag die voorbijging sterkte mij daarin. De schildpadjes leken het ook best te vinden.

Vandaag, meer dan een jaar verder, stond Flore voor de deur. Ze kwam een koelkast ophalen die ze hier had achtergelaten, en kwam ineens naar mijn kamer om haar dieren mee te pikken. Een hele tijd stond ze verrukt te kijken naar hoe 'haar' schildpadjes gegroeid waren, naar hoe ze spartelden wanneer ze hen oppakte. Ik maakte het aquarium leeg, zocht een doos voor de diertjes, en deed mijn best ze niet meer te bekijken.

Flore, koelkast, en mijn schildpadjes reden weg. Ik bleef achter met vijftien euro voor de moeite, en een hart in duizend stukken.

Saturday, August 12, 2006

Woeps (2)

Ook Parijs ging zo verdomd snel en leuk...


Woeps...

Oei. Vakantie. Goddelijk... Een paar inhaalpostjes met fotos dan maar. Zuid-Frankrijk!



Sunday, June 11, 2006

Van alles een beetje

Het begon allemaal zo stom. Het zien van wat foto's die een vriendin van me had getrokken. Het was genoeg om een aloude tredmolen in mijn hoofd weer in gang te zetten. Een eindeloze carrousel die mij zo nu en dan eens meesleept, en mij meestal weer compleet verhakkeld en al mijn illusies armer weer uitspuwt.

Momenteel zit ik nog vrolijk te draaien op één van die kutpaarden. Je kent ze wellicht: heel mooi, heel fijn gemaakt, heel vrolijk en eigenlijk ei zo na perfect. Ik zit op zo'n glimmend gelakt houten rotbeest, en ik ben verplicht de rit uit te zitten tot het einde. Zo hoort het namelijk. Of ik überhaupt zin had om op die carrousel te belanden doet niet terzake.

Ik draai dus rond, en ik kan alleen maar kijken naar de dingen die aan de rand van de carrousel staan. Het zijn allemaal bekende gezichten, de meeste van mensen waar ik immens veel om geef, voor wie ik enorm veel respect heb, maar ook anderen - mensen die mij niet kunnen luchten, en die ik ook liever kwijt dan rijk zou zijn. Ze hebben echter allemaal één ding gemeen. Ik benijd ze.

Bij ieder gezicht dat ik zie horen herinneringen, gevoelens en beelden. Soms zijn ze mooi, soms zijn het herinneringen die ik enorm koester. Maar daarvoor dient deze carrousel helaas niet. Hij is beter in het tonen van andere dingen. Talenten die ik dacht te hebben, maar niet heb. Mooie kenmerken die ik dacht te bezitten, maar niet bezit. Respect en liefde die ik dacht te krijgen, maar niet krijg. En al die gezichten doen het niet bewust. Ik haat ze niet, ik veracht ze niet. Ik ben alleen zo godverdomd jaloers op al die mensen rond me heen, die allemaal slagen in iets waar ik niet in slaag. Mensen die zelfzeker zijn, die talenten hebben. Mooie mensen, geliefde mensen, mensen met wie iedereen bevriend wil zijn. Mensen waar ik me aan vast klamp, en die dat godverdomme niet eens erg vinden ook, ookal belemmer ik ze.

Ik was tegen mijn achttiende ongeveer van de eerste, lange carrouselrit afgestapt, en amper vier jaar later zit ik er weer op. Ik word weer met mijn neus op mezelf geduwd, en het beeld staat me niet meer aan. Ik merk dat ik dingen over mezelf vergeten was, slechte dingen, lelijke dingen. Ik zag er sinds kort eentje opnieuw, en dat was genoeg. Nu zijn ze er allemaal weer, en ieder gezicht dat me passeert wijst me daar nog maar eens op. Het is een stomme, gemene waarheid, en ik kan verdomme niet leren ermee te leven.

Ik kan van alles een beetje, maar van niets genoeg. Ik beteken voor veel mensen een beetje, maar voor weinig genoeg. Ik wil alles tegelijk, maar ik slaag nergens in. En intussen draai ik maar verder, en zwaaien de mensen aan de kant naar me. Zij hebben tijd. Zij zijn al veilig. En ik moet blijven zitten, op dat stomme gelakte kutpaard, totdat er genoeg van hen vinden dat ik er af mag komen. De vraag is of ik zelfs maar het recht heb dat van hen te vragen.

Thursday, May 25, 2006

Father Fritz lacht met platitudes

http://www.bash.org

Een site met allerlei chatgesprekken waaruit de grappigste passages gequote worden. Vaak plat, vaak flauw, maar soms zitten er pareltjes tussen. Het heeft alleszins mijn ochtend opgevrolijkt. Hier een leuke, o zo ware quote van ene Dragonfly...

DragonflyBlade21: A woman has a close male friend. This means that he is probably interested in her, which is why he hangs around so much. She sees him strictly as a friend. This always starts out with, you're a great guy, but I don't like you in that way. This is roughly the equivalent for the guy of going to a job interview and the company saying, You have a great resume, you have all the qualifications we are looking for, but we're not going to hire you. We will, however, use your resume as the basis for comparison for all other applicants. But, we're going to hire somebody who is far less qualified and is probably an alcoholic. And if he doesn't work out, we'll hire somebody else, but still not you. In fact, we will never hire you. But we will call you from time to time to complain about the person that we hired.

Thursday, May 04, 2006

Father Fritz en de maan

Ik loop door de straten van Brussel, op mijn weg naar huis na een avondje slechte film en goedkope aziaat. Het is nog steeds erg warm, en overal zitten de terrasjes vol mensen die genieten van de eerste tekenen dat de zomer eraan komt.

Aan het stoplicht in de Dansaertstraat staat hij. Amper een meter hoog, gemoedelijk leunend tegen een paaltje aan de stoeprand. Hij ziet er Aziatisch uit, draagt kleren die duidelijk uit een kinderafdeling van de één of andere C&A kwamen, en heeft een oorbel door zijn linker oor. Ik schat hem om en bij de dertig, maar ik kan er even goed tien jaar naast zitten.

Ik stop naast hem, wachtend tot het licht groen zou worden, en doe mijn best hem niet te geïntrigeerd te bekijken. Plots klinkt zijn stem van ergens rond mijn bekkenhoogte.

"Excusez-moi, monsieur." Hij klinkt precies zoals hij eruit ziet, schiet door mijn hoofd.

"Parlez-vous le français?"

Ik knik, en voeg "un peu, oui" aan mijn schamel antwoord toe. Ik merk dat ik me onbewust tot op zijn hoogte heb laten zakken, en dat ik nu praktisch dubbelgeplooid aan het stoplicht sta.
Hij wijst met zijn vinger in een zijstraat, waarvan de naam me even ontsnapt.

"Est-ce que c'est la..." begint hij. Ik bereid me voor om de straatnaam te toetsen aan mijn herinnering, ervan overtuigd dat ik de naam zal herkennen eens ik hem hoor. Hij pauzeert even, en wijst opnieuw. Een klein handje met al even kleine vingertjes, waarvan de ringvinger getooid is met een kolos van een ring. De groene edelsteen die erin staat binkt in het straatlicht.

De hand gaat omhoog, en wijst pal de hemel in. Ik frons verbaasd mijn wenkbrauwen.

"Oui?" probeer ik voorzichtig. Het blijft even stil.

"C'est la lune, n'est-ce pas?" klinkt het bedeesd.

Ik kijk naar dat kleine vingertje en naar die joekel van een groene steen, en glimlach even.

"Oui, c'est la lune."

"Ah. Merci."

Het voetgangerslicht springt op groen, en ik steek verdoofd over. Ik kijk nog even om, en zie hem tussen de terrasjes van het St.Goriksplein verdwijnen. Zijn ogen zijn nog steeds naar boven gericht, naar de maan die perfect in de helft doorgesneden aan de hemel staat.

Wednesday, February 22, 2006

Sprookje (3)

I can't make the damn phone ring
It's simply pathetic if I call you anymore
I can't figure it now
We tallied our scores
I got knocked out
I know when you come to town
I know where you drop your dime and whom it's for
I'm not good enough to time your cup of coffee
15 years was long enough
Look at me I'm an old colleague
Another hard knocks day acquaintance
Finally you are free of me
It must be true or you'd give a minute
But it's always my fault
Always it's your forgiveness
This unbalanced resolve
I must be hateful
So I hang up the phone
Call it a small sacrifice
You still hear me now
Dear you the vinyl it was blue
Stalking poor Blake commiserating drunks at sea
Do you remember when Jawbreaker rocked "The boat"?
I'm sure you do and don't
Look at me I'm an old fly buddy
Just a blue coach class acquaintance
Finally you are free of me
It must be true'cause it only makes sense
I can still see you now
Pictures are in every town
I can still write it down
I must be hateful
I can hang up the phone
Even on those lofty heights
You still hear me now.

Lagwagon - I must be hateful

Saturday, February 04, 2006

Father Fritz schaamt zich

Ik heb een afwijking. Ik geef het niet graag toe, maar het is zo. Het is iets psychisch, en soms manifesteert het zich op ongepaste momenten.
Ik heb een verslaving aan romantisch emotioneel gezeik. Of het nu plakkerige romantische komedies, soaps a la Dawson's Creek zijn, of ergerlijke plakkerige popsongs, om de zoveel tijd heb ik het zitten, en verander ik voor een dag of twee in een 14-jarig puberterend meisje.

Wel, het is weer zover. Ditmaal in afschuwelijke commerciële popmuziekvorm.
Ik zit al de hele avond te luisteren naar 'She will be loved' door Maroon 5.

Help me.

Sunday, January 22, 2006

Ik straal - Sprookje deel 2

Het was een doodgewone dag geweest voor de tuinman van het grote kasteel. Hij had wat late blaren geharkt, een paar spelbrekers van mollen verdreven door hun tunnels onder water te zetten, en gekeken naar de eerste krokussen die hun groene hoofdje door het gras staken.
Hij wilde net beginnen aan de grote haagbeuk, hoewel het eigenlijk nog te vroeg was om die te snoeien, toen er plots heel zacht op zijn schouder werd getikt.
De tuinman draaide zich om, een vage flits van herkenning voelend bij die aanraking, een aanraking die hij nooit had gedacht opnieuw te voelen.

De kleine prinses stond voor hem, hem zacht glimlachend aankijkend.

"Ik heb je gemist"

Saturday, January 21, 2006

Naga, ofte de Krolse Kat

Eindeloos nachtelijk gemiauw. Een kleine zwarte bal die op de trappen ligt te rollen, haar kont prominent de lucht in gestoken, gekrab aan deuren en trapleuningen, en agressieve uitvallen naar al wie te dicht komt.

Naga, onze kotkat, is voor het eerst in haar jonge leven krols, en iedereen zal het geweten hebben. Om beurten leunen we uit onze deur om (afhankelijk van welke deur) "U bakkes!", "Ta geule!" of "Shut up!" te roepen.
Met enkel nog meer klaaglijk gemauw als gevolg...
De enige plaats waar ze enigzins tot rust komt is op mijn kamer, lijkt het. Na aanvankelijk wat rond gesparteld te hebben op het tapijt, en haar klauwen in alles wat binnen pootbereik is te hebben gezet, legt ze zich meestal in een zielig hoopje op mijn bed, gerold in een fleecedeken - om daar uitgeput van haar eigen hitsigheid in slaap te vallen. Wanneer ze dan tussendoor wakker wordt kruipt ze op mijn schoot, legt ze haar kop op mijn hand, en komt ze niet verder dan wat tragisch gepiep. Het is trouwens een vreemd zicht om een kat puppy-ogen te zien trekken...

Het ergste aan de zaak is dat we haar niet buiten kunnen zetten wanneer het te erg wordt. Enerzijds is ze niet gesteriliseerd, en zouden we dus binnen de kortste keren met zeven kotkatten opgescheept zitten, en anderzijds is er de grote kans dat we onze kat de volgende dag met een plamuurmes van het asfalt mogen gaan schrapen.
Dus krijgt ze hormoononderdrukkende medicatie (die overigens nog niet echt werkt), en nemen we haar om beurt eventjes bij ons om haar te laten bekomen van haar frustraties.
Tot het volgende miauwconcert begint, en ze weer de gang op wordt geduwd...

Thursday, January 05, 2006

Blok! Nieuwjaar! Kerstmis! Pindakaas!

WAAAAAH!

Sorry. Ik weet dat het eeuwen geleden is dat ik nog iets zinnigs heb neergepoot, maar toch zullen jullie nog even moeten wachten... Mijn leven bestaat namelijk momenteel uit opstaan-blokken-eten-blokken-eten-tv kijken-slapen.

Maar alleszins, de volgende werkpuntjes moeten nog afgewerkt worden:
a: Gelukkig Nieuwjaar aan iedereen!
b: Vrolijk Kerstfeest aan iedereen...
c: veel blokplezier en veel goeie moed!
d: wish me luck...

Groeten, en tot over twee weken (dan vlieg ik er weer in, bij wijze van spreken).
J.

Saturday, December 10, 2005

Father Fritz is het beu

Ja, ik weet het meneer. Ik ben inderdaad mager. Ja, dat wordt mij vaker verteld. U hoeft dat ECHT niet nog eens te vermelden.
Ja, ik eet goed. Ja, ik doe intensief aan sport. Nee, ik zit niet aan de drugs. Nee, u hoeft echt niet ongelovig te kijken. Nee, ik heb echt geen afwijking.

En ja, het blijft pijn doen als weer eens iemand de drang voelt me erop te wijzen, meneer. Dus waarom gaat u nu niet gewoon weg, zodat ik nog wat kan nadenken over hoe misvormd en abnormaal u me wel vindt, ok?

Ja meneer. Ik zou er ook liever normaal uitzien.

Friday, November 18, 2005

Sprookje

Er was eens, niet zo heel lang geleden, een arme tuinier die werkte in een groot kasteel. Hij werkte heel de dag in de tuinen van de koninklijke familie, en 's avonds zat hij rustig bij zijn vrienden in het kleine zijgebouwtje aan de stallen. De koning en zijn gevolg zag hij enkel uit de verte, of wanneer hij een paard moest klaarmaken wanneer iemand van de koninklijke familie een ritje rond het grote domein wilde maken.
Soms zag hij door de ramen van het paleis hoe daarbinnen grote feesten met veel gedistingeerde gasten werden gehouden, en heel soms verlangde hij om eens zo'n feest te kunnen bijwonen, maar dan ging hij meestal snel terug naar de stallen, waar hij een kaartje legde met zijn vrienden en collega's, en waar ze praatten over vanalles en nog wat... en dan vergat hij al snel de grote feesten en de rijke bankets die hij miste. Kortom, de tuinier was best wel gelukkig met zijn plaats in de wereld, en met zijn haast onzichtbare werkgevers.

Op een dag werd zijn wereld echter ondersteboven gekeerd, toen hij tijdens het snoeien van de rozen opeens zacht op zijn schouder werd getikt. Toen hij zich omdraaide, verwachtend één van zijn collega's te zien, schrok hij zich een ongeluk. Voor hem stond een jonge edeldame, met enorme blauwe ogen en halflang donkerbruin haar. Ze was enorm mooi, elegant, en ondanks het feit dat ze veel kleiner was dan de tuinier voelde deze zich toch enorm overweldigd door haar verschijning. Haastig boog hij zijn hoofd, en mompelde hij iets dat 'hoe kan ik helpen, uwe hoogheid?' of iets dergelijks moest voorstellen.
De prinses, want dat was ze, lachte tinkelend, en gebaarde de tuinier dat hij haar moest aankijken. De tuinier gehoorzaamde, ookal maakte de blik van de prinses hem onzekerderd dan hij zich ooit had gevoeld. Hij was nooit eerder aangesproken geweest door iemand uit het paleis, laat staan door een prinses, en hij wist bepaald niet hoe hij zich moest gedragen.
De prinses bleek echter over geen enkele vorm van scrupules te beschikken, en vroeg hem rechtuit maar beleefd of hij haar een rondleiding door de grote tuinen rond het paleis wilde geven. En natuurlijk deed de tuinier wat hem werd opgedragen. Hij toonde haar alle kleine verborgen kantjes aan de tuinen, gaf uitleg over alle planten en bloemen die ze tegenkwamen, en vergat al snel dat hij met een prinses aan het rondwandelen was. De prinses vertelde op haar beurt over haar leven in het paleis, even ontspannen als was ze tegen een goede vriendin aan het praten. Zo vloog de tijd voorbij, en uiteindelijk vertrok de prinses terug naar het paleis, na afscheid genomen te hebben van de tuinier met een kus op zijn wang, een kus die de tuinier nog vele dagen daarna bleef voelen.

Tegen alle verwachtingen van de stomverbaasde tuinier in bleef de prinses in de weken en maanden daarna de tuin bezoeken, en telkens opnieuw voelde hij die lichte tik op zijn schouder, waarna ze de rest van de dag gewoon rondwandelden en praatten, uren aan een stuk. En telkens vertrok de prinses weer naar haar familie en gelijken in het paleis, de tuinier achterlatend met een verward gevoel dat maar zelden helemaal verdween. Waarom bleef ze naar hem toe komen, en vooral, waarom leek het allemaal zo vanzelfsprekend wanneer ze samen waren? Waarom vertelden ze al hun frustraties, geheimen en diepste gevoelens tegen elkaar, zonder ook maar een moment stil te staan bij hoe verschillend ze wel waren? Waarom had de tuinier het gevoel dat de prinses langzaam maar zeker aan het uitgroeien was tot de beste vriendin die hij ooit gehad had?

Uiteindelijk leerde de tuinier te aanvaarden dat de prinses geen ene moer gaf om de verschillende werelden waar ze in leefden, en leerde hij dat het leven aan het hof helemaal niet zo glamoureus was als hij het zich had ingebeeld. Meer zelfs, het was praktisch identiek aan zijn eigen leven, alleen speelde het zich volledig buiten zijn wereld af. En hoewel dit hem soms pijn deed, omdat hij ergens nog steeds deel wilde uitmaken van die andere wereld, wist hij diep in zijn binnenste dat hij eigenlijk al het beste van die wereld had leren kennen, in de vorm van de prinses.

Zo gingen er een jaar of drie voorbij. De prinses en de tuinier veranderden allebei, werden beiden volwassen, maar ze bleven elkaar zien en ze bleven urenlang praten over hun wedervaren.
Tot op een dag de prinses niet meer de tuin in kwam. De tuinier wachtte geduldig, wachtte weken, maanden... maar de prinses liet niets van zich horen.
Toen ze uiteindelijk dan toch weer opdaagde, toen de tuinier al stilaan de hoop had opgegeven haar nog te zien, was ze een volledig ander meisje geworden dan hetgene dat de tuinier zo goed had leren kennen. Ze sprak hem kort en droevig toe, en vertelde dat de koning zwaar ziek was en heel de koninklijke familie in de moeilijkheden zat. De tuinier, die uiteraard zwaar was aangedaan van dit nieuws, probeerde het er met haar over te hebben, zoals hij al zo vaak had gedaan. Maar de prinses zei alleen maar dat ze hem niet wilde lastig vallen met dit probleem, en na een haastig afscheid vertrok ze weer naar het kasteel.

De tuinier bleef stomverbaasd, gelaten en heel triest achter. Waarom wilde ze opeens niet meer met hem praten? Waarom sloot ze opeens, na al die jaren en al die lange gesprekken, haar problemen en haar wereld voor hem af?
Toen ze na een paar weken nog eens heel even in de tuin verscheen, merkte hij dat ze ergens wel wilde vertellen, maar dat ze niet verder kwam dan wat oppervlakkige verhalen. Toen hij vroeg naar de situatie in haar familie, herhaalde ze dat ze hem er niet mee wilde lastig vallen. Ze beloofde hem dat ze weer met hem zou komen praten zoals vroeger, dat hij zich geen zorgen hoefde maken.
Maar de tuinier voelde dat er iets tussen hen was gebroken, dat wat ze ook hadden gehad er simpelweg niet meer was. Ze waren voor het eerst sinds ze elkaar hadden leren kennen écht prinses en tuinier.
En toen ze met een halfhartige kus afscheid namen, wist de tuinier ergens diep in zijn binnenste dat hij haar niet meer terug zou zien.

Tuesday, November 01, 2005

Father Fritz is verliefd op een lijk

En wat voor een lijk. Wauw wauw wauw.
Gisteren samen met Kristel, Sadia, Jan en Lavinia naar Tim Burton's Corpse Bride geweest, en verdikkeme, dit moet de mooiste film van het jaar zijn.

Ik ben verliefd op Tim Burton's stijl. Het is niet normaal. Ik verdrink in elke film die de man maakt, ik word er in meegezogen, en ik geniet van elke seconde ervan. De duistere, kwaadaardige bomen, de getrokken perspectieven, de melancholische, onaardse sfeer, de o zo snijdende humor gecombineerd met de meest pijnlijk oprechte tragiek... het is gewoon alles wat ik zelf zou willen maken, en meer. Het ontwerp van de personages, de fantastische animaties... alles eraan is zo onwerkelijk mooi dat het me telkens weer tranen in de ogen brengt.

Nu, tot zover mijn ode aan Tim Burton. Als je mijn persoonlijke adoratie voor zijn persoonlijke stijl achterwege laat, is The Corpse Bride nog steeds een parel op gebied van animatie, design, voice-acting en sfeer. Het enige minpuntje is misschien het was lichte verhaal, maar dat stoorde me geenszins: het was misschien simpel, maar het werkte perfect, en gaf me nergens het gevoel dat er iets niet juist zat.
Bovendien doet Tim Burton iets wat in mijn ogen helemaal briljant is: liedjes integreren in zijn verhaal die niet compleet het ritme eruit halen, en die al evenmin storend of genant zijn (geloof me, bij Disney durft dit me al wel eens stevig tegen te steken!).

Soit, in't kort: gaan zien die boel, en vooral mij verwittigen wanneer jullie gaan, dan kan ik nog eens mee...

Friday, October 21, 2005

Tongperikelen (2)

Arrg.

Na een week antischimmelzalf, van de dokter te horen dat het 'waarschijnlijk viraal is', een week een degoutante kamille-mondspoeling te moeten gebruiken, zijn we nu toe aan de laatste nieuwe, en hopelijk juiste, verklaring voor mijn geirriteerde (en intussen ook behoorlijk irritante) tong.

Een tekort aan vitamine B12, ook wel foliumzuur genoemd. Inderdaad, ik zou er zelf ook nooit zijn opgekomen. Maar daar het zich niet uitbreidt is het probleem dus niet viraal of bacterieel, wat wil zeggen dat ik en Kristel dus al twee weken voor niets elkaar niet gekust hebben. Ach ja. Dat compenseren we wel.
Ik heb nu dus twee buisjes bloed mogen afgeven om te laten testen, en weer een nieuwe mondspoeling meegekregen... Ik ben benieuwd...

Friday, October 14, 2005

Tongperikelen...

Mijn tong is kapot. Werkt niet meer naar behoren.
Al twee weken loop ik rond met een lap biefstuk in mijn mond die zo overgevoelig is voor alles wat ik in mijn (immer hongerige) bakkes wil proppen.
De dokter zegt dat het een infectie is, die 'misschien' besmettelijk is en 'misschien ook niet'. Joy.

Zodra ik ook maar iets pikants eet (of eigenlijk zodra er iets van peper op mijn eten zit...) zie je het zweet parelen op mijn voorhoofd en zie je de dichtstbijzijnde fles drank aan een ijltempo verdwijnen. Fijn is anders, zeker voor iemand zoals ik met een passie voor frisdranken met bubbels allerhande, sweet chili saus en currytoestanden. Oh ja, en door die 'misschien besmettelijk' factor heeft mijn liefdes- en seksleven ineens een heel aangename dimensie minder.
Ik heb nu een soortement mondspoeling gekregen, op basis van kamille. Inderdaad, kamille. Dat spul dat ze overal maar inkappen om de mensen het gevoel te geven dat ze toch iets genezends aan het gebruiken zijn.

Ik weet het, ik zaag... maar verdikke, het is mss niet meteen het meest pijnlijke of gevaarlijke probleem dat ik ooit gehad heb, maar het is wél het meest irritante. En ik ben het beu om al twee weken te overleven op dingen zoals melk, zacht brood met choco (jakkes...), fruitsap en rijst.

Saturday, September 17, 2005

Exit fuzzyness...

Inderdaad, na twee jaar is de knoop (of beter: de vele knopen...) doorgehakt.
Na een dikke twee maanden met mijn haar strak naar achter gebonden in een staartje te hebben rondgelopen, ben ik de kapper binnengestapt, en heb ik praktisch alles laten afknippen...

Ik had mij twee jaar geleden het voornemen gedaan pas weer naar de kapper te gaan wanneer mijn haar me echt de strot begon uit te komen, en na vele periodes van twijfel was het dan nu toch zo ver. Elke keer wakker worden met een kop vol pijnlijke knopen (pijpekrullen zoals ik heb zijn mooi, maar hebben zo hun nadelen...) en om de dag je haar moeten wassen en volledig doorkammen om er een beetje toonbaar uit te zien begon me stevig te vervelen.
Kristel is er enorm triest over, ze was enorm gehecht aan mijn lange krullen, en ik heb nog al van mensen gehoord dat ze het heel spijtig vinden. Daarentegen staan dan weer de vele mensen die het kort beter vinden, dus de situatie is eigenlijk identiek aan vroeger op dat gebied. Hoewel het wel vreemd is met mijn hand door mijn haar te gaan, en een net-iets-langer-dan-borstelkopje te voelen...

Ach ja, haar groeit, nietwaar?

Thursday, September 08, 2005

Kot-warming

Inderdaad, meteen de reden waarom een nieuwe post zo lang op zich liet wachten... Ik zit nu al een kleine week op mijn nieuwe kot in de Kruitmolenstraat te Brussel, samen met Kristel.
Wat was de bedoeling? Heel simpel, de boel al wat inrichten tegen dat ik er echt in trek eind september, evenals eens een écht privé-weekje met Kristel om vooral eens te kijken hoe goed we het met elkaar uithouden als we samen moeten leven in een kleine ruimte.

Mijn kot zelf is een recent gerenoveerd herenhuis, speciaal ingericht om studenten te huisvesten. Ikzelf zat er vorig jaar al, alleen zat ik toen wel in de sous-sol kamer - wat gewoon een chic woord is voor de kelder. Daar het gebouw op drie minuutjes stappen van mijn school is, en de kamers, keukens en douches allemaal tiptop zijn, wilde ik er graag blijven, alleen dan wel in een andere kamer. De kelderkamer was misschien wel twee keer zo groot als de andere kamers, maar verdomd donker, warm in de winter (alle verwarmingsbuizen liepen er doorheen) en fris in de zomer, om van het lage plafond (een kleine 15 centimeter groter dan ikzelf) en het
lawaai van de boiler te zwijgen.
Dus, ik koos een nieuwe kamer, aan de straatkant op de tweede verdieping deze keer. Eentje met een hoog plafond en grote ramen, dus veel licht. De boel is al aardig ingericht, nu enkel de kale witte muren nog opvullen met alles wat me leuk lijkt, en het is in orde.

Ook hebben we intussen al een gezamenlijk huisdier: de nog naamloze babypoes die het Franse meisje Flore (die nu trouwens 'mijn' kelderkamer tot iets hippie-achtigs heeft omgebouwd) op een dag op straat had gevonden. Het beestje is net oud genoeg om het zonder zijn moeder te kunnen stellen, en is waarschijnlijk ergens door mensen met teveel jonge katjes aan zijn lot overgelaten. Het arme ding zat onder de vlooien, was graatmager en uitgehongerd, had een smerige oog-infectie en bovendien (zo bleek na het dierenartsbezoek) de niesziekte. Het dier is nu tegen alles ingeënt, de vlooien zijn allemaal verdelgd, en iedereen in ons kot is er al verknocht aan. Het enige wat nu nog rest is het een naam zoeken, en tweemaal per dag oogdruppels tegen de infectie, evenals tweemaal per dag antibiotica tegen de niesziekte. Zodra ik er eens foto's van kan nemen en ze online kan krijgen, kunnen jullie haar eens zien, tenzij jullie uiteraard op mijn kot langskomen!

Friday, August 26, 2005

Terrarium

Zoals jullie mss al wel gelezen hebben in mijn tweede post, heb ik als bonus bovenop mijn betaling voor mijn vakantiejob ook een oud terrarium van mijn werkgever gekregen. Ik heb zonet het hele ding minutieus schoongemaakt - een werkje waar ik een dik half uur mee bezig ben geweest.
Het ding is dan ook enorm, een kleine anderhalve meter lengte, en een dikke 70 cm hoog. Paul, mijn werkgever, hield er drie hazelwormen in (een soort hagedis zonder poten, door veel mensen luid gillend verkeerdelijk voor adders aanzien), maar die zijn intussen overleden, en dus stond het terrarium leeg. En daar hij in zijn nieuwe huis geen dieren meer wil houden, kreeg ik het ding.

De vraag is nu: wat ga ik erin houden...? Ik heb al een aquarium met vijf goudvissen (dat zo ongeveer drie keer zo klein is als dit terrarium), en momenteel is dat het enige dat ik op mijn kamer mag houden. Het terrarium is ook te groot voor mijn kamer, en wss ook voor mijn kot, dus zal het voorlopig in de kelder moeten blijven staan tot ik het ergens kan zetten. Ik heb al wat zitten rondsurfen op internet op zoek naar leuke beestjes, maar daar ik tegen de import van tropische dieren ben die toch te groot worden (denk maar aan al die mensen die een kleine leguaan kopen die al snel een meter lang wordt, of de duizenden waterschildpadden die in België worden uitgezet omdat ze uit hun aquarium groeien), is mijn keuze al beperkter. Momenteel gaan mijn gedachten uit naar een beestje dat ook al in mijn vijver rondzwemt, namelijk simpele watersalamanders. Simpel te houden, worden niet groter dan 20 cm, en ze kunnen mits goed verzorgd tot 15 jaar oud worden. Oh ja, en ze zijn dolkomisch om bezig te zien, de uitdrukking op hun gezicht alleen al is onbetaalbaar.
Maar dan kijk ik naar kleinere hagedissen en word ik daar weer door afgeleid... ach ja, het is toch toekomstmuziek. Maar als er mensen zijn die leuke beestjes kennen die niet te groot zijn en dus comfortabel kunnen leven in een terrarium, laat het me weten!