Thursday, May 04, 2006

Father Fritz en de maan

Ik loop door de straten van Brussel, op mijn weg naar huis na een avondje slechte film en goedkope aziaat. Het is nog steeds erg warm, en overal zitten de terrasjes vol mensen die genieten van de eerste tekenen dat de zomer eraan komt.

Aan het stoplicht in de Dansaertstraat staat hij. Amper een meter hoog, gemoedelijk leunend tegen een paaltje aan de stoeprand. Hij ziet er Aziatisch uit, draagt kleren die duidelijk uit een kinderafdeling van de één of andere C&A kwamen, en heeft een oorbel door zijn linker oor. Ik schat hem om en bij de dertig, maar ik kan er even goed tien jaar naast zitten.

Ik stop naast hem, wachtend tot het licht groen zou worden, en doe mijn best hem niet te geïntrigeerd te bekijken. Plots klinkt zijn stem van ergens rond mijn bekkenhoogte.

"Excusez-moi, monsieur." Hij klinkt precies zoals hij eruit ziet, schiet door mijn hoofd.

"Parlez-vous le français?"

Ik knik, en voeg "un peu, oui" aan mijn schamel antwoord toe. Ik merk dat ik me onbewust tot op zijn hoogte heb laten zakken, en dat ik nu praktisch dubbelgeplooid aan het stoplicht sta.
Hij wijst met zijn vinger in een zijstraat, waarvan de naam me even ontsnapt.

"Est-ce que c'est la..." begint hij. Ik bereid me voor om de straatnaam te toetsen aan mijn herinnering, ervan overtuigd dat ik de naam zal herkennen eens ik hem hoor. Hij pauzeert even, en wijst opnieuw. Een klein handje met al even kleine vingertjes, waarvan de ringvinger getooid is met een kolos van een ring. De groene edelsteen die erin staat binkt in het straatlicht.

De hand gaat omhoog, en wijst pal de hemel in. Ik frons verbaasd mijn wenkbrauwen.

"Oui?" probeer ik voorzichtig. Het blijft even stil.

"C'est la lune, n'est-ce pas?" klinkt het bedeesd.

Ik kijk naar dat kleine vingertje en naar die joekel van een groene steen, en glimlach even.

"Oui, c'est la lune."

"Ah. Merci."

Het voetgangerslicht springt op groen, en ik steek verdoofd over. Ik kijk nog even om, en zie hem tussen de terrasjes van het St.Goriksplein verdwijnen. Zijn ogen zijn nog steeds naar boven gericht, naar de maan die perfect in de helft doorgesneden aan de hemel staat.

2 comments:

bosduif said...

Poezië op straat, zonder allures. Goud waard, werkelijk ...

Syrse said...

héél even dacht ik dat hij naar je haar ging wijzen en je naar de kapper ging sturen. Maar de maan is poetischer :)